Geschiedenis van de psychologie

Meten is weten

Francis Galton en zijn bijdrage aan de psychologie

Francis Galton is een invloedrijke maar controversiële pionier in de psychologie. Hoewel hij veel methoden en begrippen heeft geïntroduceerd, is hij ook de bedenker van de eugenetica, een leer die later in verband is gebracht met het naziregime.

Belangrijke bijdragen en begrippen

  • Eugenetica: Wetenschappelijk onderzoek gericht op rasverbetering van de mens.
  • Nature-nurture: Een debat over de relatieve bijdragen van genetica en omgeving aan menselijk gedrag.
  • Statistische correlatie en regressie: Statistische methoden die Galton heeft geïntroduceerd in psychologie.
  • Antropometrisch laboratorium: Een faciliteit waar Galton fysieke en mentale kenmerken van mensen mat.
  • Intelligentietests en tweelingonderzoek: Vroege studies van Galton die de basis legden voor toekomstig onderzoek.

Galton en de psychologie van individuele verschillen

Op de International Health Exhibition in 1884 in Londen richtte Galton een antropometrisch laboratorium op waar hij mentale tests ontwikkelde die reactietijden en zintuiglijk onderscheidingsvermogen maten. Hij geloofde dat de efficiëntie van de hersenen en het zenuwstelsel gemeten kon worden aan de hand van de hoofdomvang en reactiesnelheid. Hij introduceerde de idee dat individuele verschillen van groot belang zijn voor evolutie.

Jeugd en carrière

Galton werd geboren in een welgestelde familie in Birmingham en toonde al vroeg aanleg voor wiskunde. Ondanks diverse academische uitdagingen, ging hij verder met wetenschappelijke onderzoeken, waaronder een expeditie naar Afrika, wat zijn carrière in de wetenschap lanceerde.

Invloed van Darwin

Galtons perspectief op erfelijkheid en evolutie werd sterk beïnvloed door het werk van zijn neef, Charles Darwin. Hij geloofde dat intellectuele en psychologische variaties voornamelijk erfelijk waren en dat eminentie binnen families was geconcentreerd.

Onderzoek naar erfelijkheid

  • Normaalverdeling: Galton suggereerde dat intellectuele vermogens een normale verdeling volgen, vergelijkbaar met fysieke kenmerken.
  • Afstamming van beroemdheden: Hij onderzocht stambomen en vond dat beroemdheden vaak andere beroemde familieleden hadden.
  • Adoptie- versus biologische verwanten: Galton stelde voor om overeenkomsten tussen geadopteerde kinderen en hun adoptiefouders te vergelijken met die tussen kinderen en hun biologische ouders.

Galtons benadering en methoden hebben de basis gelegd voor veel hedendaags psychologisch en genetisch onderzoek, ondanks de controverses rond sommige van zijn theorieën en praktijken.

Nature en Nurture

De discussie over de invloed van erfelijkheid en omgeving op menselijke vermogens en eigenschappen heeft lange wortels in de geschiedenis van de psychologie.

Alphonse de Candolle

  • Achtergrond: Zwitserse botanicus (1806-1893) uit een vooraanstaande familie.
  • Gedachtengoed: Benadrukte het belang van omgevings- en culturele factoren voor het succes van families.
  • Onderzoek: Bestudeerde meer dan 300 eminente Europese wetenschappers en vond dat erfelijkheid een rol speelt, maar dat succes ook te maken heeft met culturele en omgevingsfactoren.

Francis Galton

  • Reactie op de Candolle: Erkende de waarde van de Candolle's onderzoek, maar bleef erfelijkheid benadrukken.
  • Vragenlijstmethode: Galton was de eerste die deze methode gebruikte om onderzoek te doen naar de invloed van erfelijkheid en omgeving.
  • Conclusies: Vond dat de voornaamste redenen voor wetenschappelijke interesse erfelijk moesten zijn, maar erkende ook de invloed van de omgeving.
  • Termen: Introduceerde de begrippen "nature" en "nurture" om de effecten van erfelijkheid en omgeving aan te duiden.
  • Tweelingonderzoek: Gebruikte tweelingen om de invloed van erfelijkheid en omgeving op menselijke eigenschappen te bestuderen.

Galtons Bijdrage aan de Wetenschap

  • Eugenetica: Het idee om het menselijke ras te verbeteren door selectieve teelt.
  • Intelligentietest: Bedacht het concept van het testen van intelligentie, hoewel zijn tests niet succesvol waren in het meten van echte intellectuele eigenschappen.
  • Statistische correlatie en regressie: Vond methoden uit om de sterkte van erfelijke relaties te kwantificeren.

Karl Pearson

  • Achtergrond: (1857-1936), bouwde voort op het werk van Galton.
  • Statistische correlatie: Ontwikkelde een formule voor correlatiecoëfficiënten en breidde het concept uit.

Andere bijdragen van Galton

  • Vingerafdrukken: Onderzoek naar de erfelijkheid van vingerafdrukken.
  • Mentale verbeelding: Ontwikkelde een vragenlijst en vond aanzienlijke variaties in voorstellingsvermogen tussen mensen.
  • Woordassociatiemethode: Onderzocht mentale associaties op basis van ervaring. Later beïnvloedde het het werk van Sigmund Freud en Carl Jung.

Galtons invloed en voortgaande controverses

Sir Francis Galton heeft een aanzienlijke invloed gehad op diverse disciplines en blijft een sleutelfiguur in de psychologiegeschiedenis. Zijn ideeën, met name rond het nature-nurturedebat en ras, blijven echter controversieel. Hij heeft zelfs bijgedragen aan de invoering van eugenetische ideeën. Hoewel hij een positieve vorm van eugenetica beoogde, hebben sommige van zijn volgelingen dit op negatieve manieren geïnterpreteerd, wat tot tragische uitkomsten heeft geleid, zoals de holocaust.

Tweelingonderzoek en de erfelijkheid van intelligentie

Galtons onderzoek naar nature versus nurture werd voortgezet door statistici. In de jaren 1920 werd de "erfelijkheidsfactor" geïntroduceerd, welke verwijst naar het percentage van een bepaald kenmerk binnen een populatie dat kan worden toegeschreven aan genen. Er zijn echter veelvoorkomende misverstanden rond dit begrip, waaronder de gedachte dat het verwijst naar individuen in plaats van populaties en dat het alleen betrekking heeft op variabiliteit en niet op het hele kenmerk.

Een belangrijk onderzoek werd in de jaren 1930 uitgevoerd door Horatio Newman, Frank N. Freeman en Karl Holzinger, waarbij ze tweelingen onderzochten die in afzonderlijke huishoudens waren opgegroeid. Hun bevindingen toonden zowel genetische als omgevingseffecten op intelligentie aan.

De affaire Burt en Jensen

  • Cyril Burt was een aanhanger van Galtons theorieën en onderzocht de erfelijkheid van intelligentie met behulp van tweelingonderzoek. Zijn onderzoeksresultaten, die een sterke erfelijkheidscorrelatie toonden, werden later in twijfel getrokken vanwege hun methodologie en integriteit.
  • Arthur Jensen baseerde zich op Burts werk en concludeerde dat genetica een grotere rol speelde dan omgeving bij intelligentie. Deze bevindingen en zijn latere opmerkingen, vooral over raciale verschillen in intelligentie, veroorzaakten veel controverse.
  • Leon Kamin was kritisch over Burts werk en betwistte de geldigheid van zijn conclusies. Hij pleitte voor meer nadruk op omgevingseffecten bij het bepalen van intelligentie.

Het Minnesota-onderzoek naar gescheiden opgegroeide tweelingen

De "Minnesota Study of Twins Reared Apart" (MISTRA) is een belangrijk tweelingonderzoek dat begon in 1979. De resultaten toonden aan dat genetica een sterke rol speelt in intelligentie, vooral binnen bepaalde sociale en economische groepen. De bevindingen echoën Galtons geloof dat genetica vaak zwaarder weegt dan omgevingsfactoren, met name binnen bepaalde subgroepen van de bevolking.

Conclusie

Het belang dat we hechten aan nature versus nurture hangt grotendeels af van onze referentiegroep en focus. Voor sommige subgroepen kan genetische achtergrond een grotere rol spelen, terwijl in bredere maatschappelijke contexten omgevingsfactoren en onderwijs de sleutel kunnen zijn tot het overbruggen van verschillen.



Reacties

Er zijn nog geen reacties.
 Meld je aan met LinkedIn om te reageren