Psychodynamisch/humanistisch gezien
Psychodynamische en humanistische uitgangspunten
Er zijn twee klassieke theoretische perspectieven met betrekking tot persoonlijkheid: de psychodynamische en humanistische perspectieven.
Psychodynamisch perspectief
Psychoanalyse is de term die Freud gebruikte voor het behandelen van zijn patiënten. Tegenwoordig worden dit psychodynamische theorieën genoemd. Er zijn twee basisideeën waar dit op gebaseerd is:
- Mensen zijn veelal niet bewust van hun motieven
- Mensen gebruiken afweermechanismen om onacceptabele gedachten en motieven buiten hun bewustzijn te houden
Persoonlijkheidsverschillen liggen in het psychodynamische perspectief in de variaties in onbewuste motieven. Freud geloofde daarbij dat persoonlijkheid zich in fasen ontwikkelde: oral, anal, phallic, latency en genital.
- Oral (0-1)
- Seksuele opwinding gecentreerd rond de mond
- Anal (1-3)
- Anale behoeften, vooral rond de zindelijkheidstraining van ouders
- Phallic (3-5)
- Jongens worden zich ervan bewust dat ze een penis hebben en meisjes dat ze dat niet hebben. Belangrijke concepten hier zijn het Oedipus-complex bij jongens en het Electra-complex bij meisjes, als de seksuele focus van kinderen zich richt op de ouder van het andere geslacht.
- Latency (5 - begin puberteit)
- Conflicten rondom seksuele spanning nemen af, kinderen hebben meer contact met leeftijdsgenoten en worden sociale wezens en richten hun energie op niet-seksuele, sociale gebieden
- Genital (adolescentie - volwassenheid)
- Seksuele impulsen komen naar voren en zijn gericht op leden van dezelfde leeftijd
Er zijn nog geen reacties.Meld je aan met LinkedIn om te reageren