Geschiedenis van de psychologie

Toegepaste psychologie

Toepassing van de psychologie: van getuigenbank tot werkplek

Münsterberg en psychologie in de rechtbank

Hugo Münsterberg (1863-1916) werd betrokken bij een moordzaak en stond bekend om zijn toepassing van psychologische kennis in diverse domeinen. Hij was gefascineerd door de rol van emotie, suggestie en dissociatie in perceptie, wat invloed heeft op:

  • Getuigenverklaringen
  • Het ontdekken van bedrog

Na het onderzoeken van de verdachte geloofde hij in diens onschuld. Er gingen geruchten over zijn gebruik van een 'leugenmachine'. Een student van hem, Marston, werkte verder aan leugendetectietechnieken. Ondanks dat de verdachte werd veroordeeld, heeft Münsterberg een boek gepubliceerd, On the Witness Stand: Essays in Psychology and Crime, dat zijn reputatie vestigde.

Münsterbergs jonge jaren

Münsterberg had een academische achtergrond in experimentele psychologie, waarbij hij werd uitgenodigd door William James om directeur te worden van een psychologisch laboratorium aan Harvard. Later legde hij zich toe op toegepaste psychologie.

Psychologie in bedrijfsleven en industrie

Een van Münsterbergs interessegebieden was de psychotechniek, gericht op arbeid en personeelsselectie. In de tijd van industrialisatie ontwikkelde Frederick Winslow Taylor de wetenschappelijke bedrijfsvoering om efficiëntie te bevorderen, wat resulteerde in methoden zoals het gedifferentieerd stukloonsysteem en de-kwalificeren. Münsterberg waardeerde Taylors aanpak en ontwikkelde personeelsselectie tests. Hij schreef boeken zoals Psychology and Industrial Efficiency en Business Psychology, die hem vestigden als pionier in arbeids- en organisatiepsychologie.

Scott en de psychologie van reclame

Walter Dill Scott (1869-1955) bracht psychologie in de reclamewereld. Hij bestudeerde hoe psychologische principes kunnen worden gebruikt door adverteerders. Scott's werk werd versneld door de Eerste Wereldoorlog, waarbij hij leiding gaf aan commissies die zich richtten op psychologische evaluatie en classificatie van rekruten.

Marston en populaire psychologie

William Moulton Marston (1893-1947), een student van Münsterberg, heeft bijgedragen aan de popularisering van de psychologie en claimde dat hij de leugendetector had uitgevonden. Zijn inspanningen in leugendetectie waren echter niet algemeen geaccepteerd in de rechtszaal.

Gilbreth en de psychologie van management

  • Persoon: Lillian Moller Gilbreth (1878-1972)
    • Publiceerde The Psychology of Management
    • Mogelijk eerste doctor in de organisatiepsychologie
    • Partner van Frank Bunker Gilbreth, eigenaar bouwbedrijf
    • Achtergrond: uit Californië, getalenteerde studente, wilden literatuur studeren maar vader was tegen.
    • Professionele loopbaan sterk gelinkt aan toegepaste psychologie
  • Gedachtengoed:
    • Voorstanders van Taylors systeem van wetenschappelijke bedrijfsvoering
    • Ontwikkelde bewegingsonderzoeken om efficiënte werkmethoden vast te stellen
    • Definieerde 18 basis handbewegingen, genaamd therbligs (anagram voor Gilbreths)
    • Gepubliceerd in boek Motion Study in 1911
    • Zoektocht naar efficiënte én bevredigende werkwijzen
    • Humanistische visie; nadruk op communicatie tussen werknemers en leiders
  • Impact:
    • Werk uitgebreid naar revalidatie en management training
    • Gilbreth, Inc. bleef groeien na de dood van Frank
    • Advisering voor grote bedrijven en marktonderzoek
    • Lillian richtte zich later op werk van huisvrouwen en ergonomie
    • Samenwerking met meerdere Amerikaanse presidenten
    • Onderscheidingen ontvangen gedurende haar carrière

Mayo en de Hawthorne-studies

  • Persoon: Elton Mayo (1880-1949)
    • Australische achtergrond, geïnteresseerd in politiek en sociale relaties
    • Opleiding in filosofie, later overstap naar psychologie onder invloed van Jung
    • Betrokken bij de Hawthorne-onderzoeken vanuit positie aan Harvard Business School
  • Gedachtengoed:
    • Werknemer en werkplek centraal; belang van sociale identiteit door werk
    • Focus op psychologische factoren bij stakingen
    • Onderzoek naar vermoeidheid bij arbeiders
  • Hawthorne-studies:
    • Onderzoek naar effecten van rusttijden en werkdaglengte
    • Ontdekking van het Hawthorne-effect: verandering in gedrag wanneer men weet dat men wordt geobserveerd
    • Resultaten tonen stijgende productiviteit ongeacht omstandigheden; sociale en psychologische factoren van invloed
  • Impact: Aanleiding voor de human relations-beweging, verschuiving in onderzoek naar sociale en psychologische factoren in de werkplek.

 

Leta Stetter Hollingworth: clinicus, feministe, professional

  • Belangrijke stroming: klinische psychologie na de Tweede Wereldoorlog.
  • Originele klinische psychologen voerden onderzoeken uit en namen tests af in scholen, ziekenhuizen en rechtbanken.
  • Hollingworth behaalde haar master in 1913 en werkte bij het New York City Clearing House for Mental Defectives. Ze nam intelligentietests af voor juridische doeleinden.
  • Ze werd later docent aan het Columbia Teachers College.
  • Harry Hollingworth, haar man, werkte voor Coca-Cola en onderzocht de effecten van cafeïne op gedrag, wat bijdroeg aan hun kennis van toegepaste psychologie.

Pionierswerk in de vrouwenpsychologie

  • Hollingworth studeerde bij Thorndike en Cattell, die geloofden in de variatiehypothese - het idee dat mannen meer variëren dan vrouwen in eigenschappen en daarom een grotere kans hebben om zich aan de uitersten van de eigenschappenverdeling te bevinden.
  • Zij toetste en weerlegde deze hypothese door onderzoek te doen naar ontwikkelingsachterstanden bij mannen en vrouwen.
  • Ze onderzocht en weerlegde ook de theorie van functionele periodiciteit - het idee dat vrouwen tijdens hun menstruatie fysiek en mentaal belemmerd zijn.
  • Ze publiceerde "Science and Feminism" met Robert Lowie, waarin ze pleitten voor empirische onderbouwing van feministische standpunten.

Professionalisering van de klinische psychologie

  • Er was weerstand tegen de toepassing van psychologie in de academische wereld, maar het veld groeide desondanks.
  • Er ontstond een debat over de rol van klinisch psychologen, wat leidde tot de oprichting van de American Association of Clinical Psychologists (AACP) in 1917.
  • Belangrijke figuren zoals J.E. Wallace Wallin en Hollingworth speelden een rol in het definiëren en bevorderen van de klinische psychologie.
  • Hollingworth bepleitte een doctoraat als minimumvereiste voor klinisch werk.
  • In 1919 werd de AACP omgezet in de Section of Clinical Psychology van de APA.
  • Hollingworth focuste later op hoogbegaafde kinderen en schreef invloedrijke boeken zoals "Gifted Children" en "Children Above 180 IQ".

Van marge tot middelpunt: blijvende toepassing

In de vroege twintigste eeuw moesten toegepaste psychologen hun waarde bewijzen tegenover skeptische academici. Echter, na zowel de Eerste als Tweede Wereldoorlog, werd de expertise van toegepaste psychologen steeds meer erkend en gewaardeerd.



Reacties

Er zijn nog geen reacties.
 Meld je aan met LinkedIn om te reageren