Sociale psychologie

Sociale cognitie

De IBM-computer Watson was in staat de twee beste Jeopardy! spelers te verslaan. Het innovatieve hieraan was dat Watson dit niet deed door een enorme database door te zoeken, maar ook door begrip te hebben van de taal en daardoor de juiste antwoorden te kunnen geven. Toch hoeven we niet bang te zijn dat computers zich kunnen meten aan het menselijk brein: op veel essentiële terreinen komen ze niet eens in de buurt van mensen. Tegenwoordig ondersteunt Watson oncologen bij het analyseren van medische literatuur.

De sociale denker

Mensen zijn zeer goed in sociale cognitie, maar dat betekent niet dat dit een perfect instrument is. Er zijn twee soorten sociale cognitie: automatische sociale cognitie en gecontroleerde sociale cognitie. (Denk aan fast and slow thinking uit Psychology van Bjorklund & Gray.) In de meeste gevallen werken deze beide vormen van cognitie samen, maar we kunnen ook bewust de automatische denkwijze opzij zetten en ergens rustig over nadenken.

Op de automatische piloot: denken zonder inspanning

Automatisch denken is een onbewust, onopzettelijk, onwillekeurig proces dat geen inspanning kost. Automatismen zoals reflexen, impulsen en gewoontegedrag voldoen in verschillende mate aan deze criteria. Door automatisch denken kunnen snel nieuwe situaties begrepen worden en verbanden worden gelegd. Dit gebeurt op basis van schema's en scripts. Een schema is een mentale structuur waarmee we een bepaald beeld van een sociale omgeving organiseren. Een script is daarentegen een beschrijving van een gebeurtenis.

Het leggen van verbanden gebeurt door verschillende schema's en scripts aan elkaar te koppelen. Het voordeel is dat niet alle informatie direct beschikbaar hoeft te zijn, om alsnog de situatie te begrijpen - ze helpen ambiguïteit te reduceren. Op deze manier zorgt automatisch denken voor een snelle evaluatie van iedere situatie.

Hoe snel je bepaalde scripts en schema's gebruikt, is afhankelijk van de toegankelijkheid. Daarnaast kan priming een rol spelen, omdat hiermee onbewust de toegankelijkheid tot bepaalde schema's of scripts wordt vergroot.

Schema's zijn hardnekkig: zelfs als ze worden weerlegd, hebben ze invloed op je denkproces. Dit wordt het perseveratie-effect (perserverence effect) genoemd: mensen hebben de neigin om hun beeld over zichzelf en hun omgeving niet aan te passen. Dit gebeurt zelfs wanneer men weet dat hier geen enkele logica achter zit.

Er is ook zoiets als een bestraffingseffect, wat ervoor zorgt dat mensen hun positieve opvattingen na ontkrachtend bewijs juist volledig omgooien naar het andere extreem (negatief). Ofwel: een overschatting van de waarde van de nieuwe informatie waardoor de opvatting plotseling zeer negatief wordt.

Hieraan verbonden ligt de selffulfilling prophecy, die plaatsvindt in vier stadia die samen een cirkel vormen:

  1. Er is een verwachting over iets of iemand
  2. De verwachting beïnvloed het gedrag van degene die de verwachting heeft
  3. De ander gaat zich daardoor gedragen naar verwachting
  4. De verwachting klopt met de werkelijkheid

Nog nauwer verbonden hieraan is het Pygmalioneffect. Dit is een selffulfilling prophecy die positief uitpakt. Positieve verwachtingen van mensen genereren dan betere prestaties.

Er zijn verschillende soorten automatisch denken te onderscheiden:

  • Automatisch doelen nastreven
    • De doelen die je automatisch nastreeft hangt af van de mindset waar je in zit. Ben je bijzonder altruïstisch op dat moment, dan zul je sneller een ander helpen. Daarnaast blijven eenmaal geactiveerde doelen ons denken beheersen zolang ze niet behaald zijn, ook wel bekend als het Zeigarnikeffect.
  • Automatisch beslissen
    • Onderzoek laat zien dat te veel nadenken over een beslissing vaak een goede beslissing in de weg staat. De automatische denkprocessen zijn zeer betrouwbaar in het bepalen van beslissingen en regels.
  • Metaforisch denken
    • Schoon wordt geassocieerd met moraliteit, vuil met immoraliteit. Zwart-wit als kleuren in kleding hebben invloed op wat wij denken dat de drager ervan als opvattingen heeft: zwart wit staat voor extremen. Zo zijn er meerdere voorbeelden: koud versus warm, gewichtig versus licht, et cetera.

Het woord heuristiek stamt af van het Griekse woord voor 'ontdekken'. Een heuristiek is een snelle beslisregel die mensen gebruiken om snel te kunnen oordelen.

  • Beoordelingsheuristieken
    • De toepassing van specifieke regels en snelle aannames. Ze zijn vaak heel nuttig en efficiënt, maar kunnen ook tot de verkeerde conclusies leiden. Een beoordelingsheuristiek is dus een mentale aanname van mensen, die gebruikt wordt om snel en efficiënt te kunnen oordelen.
  • Beschikbaarheidsheuristiek
    • In zekere zin availability bias in combinatie met priming: het oordelen op basis van informatie die direct of makkelijk beschikbaar is. Ook hierbij geldt dat dit vaak goed gaat, maar soms gruwelijk fout.
    • Op basis van onderzoek naar de beschikbaarheidsheuristiek, zou je iemand die assertiever wil worden twaalf situaties moeten laten bedenken waarop diegene zich assertief op had moeten stellen. 
  • Representativiteitsheuristiek
    • Hierbij wordt een mentaal model gebruikt waarbij mensen iets of iemand classificeren op basis van een karakteristiek geval (stereotype). Dus: in hoeverre lijkt A op B?
    • Dit kan soms in combinatie gebeuren met informatie over de basisfrequentie, oftewel informatie over hoe groot de kans is dat bijvoorbeeld een Zeelander in Groningen gaat studeren.
  • Anker- en correctieheuristiek
    • Bij anker- en correctieheuristiek wordt een bepaald startpunt gehanteerd en vervolgens niet meer heroverwogen. Bij een eis voor een gevangenisstraf van 25 jaar, zal je misschien op 12 jaar uitkomen. Was je begonnen met 5 jaar, dan was het waarschijnlijk geen 12 geworden.
    • Soms hebben mensen arbitraire ankerwaarden. De invloed van de mening van anderen is daarbij groter dan men zelf denkt.
    • Drie manieren waarop ankerwaarden ons denken beinvloeden:
      • Het cherry-picken van informatie die de ankerwaarde bevestigt
      • Juist proberen de beïnvloeding te voorkomen, waardoor er overgecorrigeerd wordt
      • Als vorm van priming, waarbij er paden in het geheugen "opengebroken" worden die invloed uitoefenen op ons denken

De invloed van cultuur op sociaal denken

Sociaal psychologen zijn steeds meer geïnteresseerd in de rol die cultuur speelt ten opzichte van sociale cognitie. Onze schema's worden namelijk beïnvloed door de cultuur waarin we leven. In de westerse cultuur houden we er een analytische denkstijl op na: we concentreren ons vooral op de eigenschappen van objecten en niet zozeer op de context. In Oost-Aziatische culturen is dit juist een holistische denkstijl, waarbij de context juist een grote rol speelt en de verhouding van objecten tot elkaar.

Een voorbeeld hiervan is dat Oost-Aziaten beter zijn in het opmerken van verschillen in de achtergrond (situatie) van foto's, terwijl westerlingen beter zijn in het opmerken van verschillen in de losse objecten in de foto.

Een mogelijke verklaring hiervan kan gevonden worden in de filosofische achtergrond van culturen. Waar het oosterse denken zwaar beïnvloed is door het confucianisme, taoïsme en boeddhisme (focus op verbondenheid en relativiteit van alle verschijnselen), is het westerse denken juist gebaseerd op Griekse filosofische tradities zoals die van Aristoteles en Plato (gericht op de wetten die verschijnselen regeren).

Toch is het niet zo dat dit verschil in cultuur ervoor zorgt dat er maar één denkwijze kan worden gehanteerd. Ongeacht de cultuur, kunnen mensen zowel holistisch als analytisch denken, maar de "standaardmodus" is anders per cultuur.

Gecontroleerde sociale cognitie: ingespannen denken

Het gecontroleerd denken is typerend voor de mens: we zijn (voor zover bekend) de enige soort die bewust over zichzelf en de buitenwereld na kan denken. Gecontroleerd denken neemt zoveel capaciteit op dat je dit niet kunt combineren met een ander gecontroleerd denkproces: we kunnen maar één ding tegelijk beredeneren.

Hoe automatisch denken en gecontroleerd denken tot elkaar in verhouding staan wordt hevig gedebatteerd en hangt nauw samen met het concept van vrije wil. Als veel van ons denken automatisch is, hebben we dan wel écht een vrije wil? Als je eerst onbewust zin krijgt in ijs, maar vervolgens bewust een ijsje neemt, was dit dan vrije wil of was het een consequentie van de onbewuste gedachte? Het is dus niet eenvoudig om te stellen dat er zoiets bestaat als vrije wil.

Aan de andere kant hebben mensen soms meer controle dan ze denken te hebben. Een voorbeeld is facilitated communication (ondersteunde communicatie), waarbij mensen met zware autisme of een hersenverlamming door middel van een facilitator hun gedachten en gevoelens konden uiten via een toetsenbord. Uiteindelijk bleek dat de facilitator de leidende factor was in het typen van de boodschappen en niet de persoon zelf. De facilitators geloofden echter dat zij er geen rol in speelden.

Er is ook een correlatie tussen geloof in vrije wil en het vertonen van immoreel gedrag en het helpen van anderen. Hoe groter het geloof van vrije wil, hoe moreler men zich gedraagt en hoe sneller men anderen helpt.

Een andere situatie waarin we gecontroleerd denken is bij tegenfeitelijk redeneren. Dit doen we bij negatieve ervaringen die we kunnen scharen onder pech, zoals het zakken op een tiende punt voor een examen. Bij tegenfeitelijk denken verandert men een bepaald aspect van het verleden, zodat we ons een voorstelling kunnen maken van hoe de situatie had kunnen zijn. In zekere zin dus "wat als"-denken. Het is een functioneel mechanisme, omdat het helpt bij het verklaren van verbanden tussen gebeurtenissen, maar het kan ook doorslaan. Veel tegenfeitelijk redeneren blijkt namelijk een bijdrage te leveren aan het ontstaan van depressie.

Het tegenovergestelde van tegenfeitelijk denken is gedachteonderdrukking: hierbij doe je juist je best om ergens niet aan te denken. Dit bestaat uit twee componenten: het monitoringproces (automatisch) en het operatingproces (gecontroleerd). Als door het monitoringproces de ongewenste gedachte gedetecteerd wordt, gaat het operatingproces aan de slag om de gedachte te vermijden door afleiding te zoeken of ergens anders aan te denken. Actief gedachten onderdrukken kost echter veel energie en heeft zelfs invloed op het fysieke immuunsysteem van mensen. Meestal is het beter om problemen "van je af te schrijven" (verwerken) dan om ze te blijven onderdrukken.

Het redeneervermogen van mensen schiet soms tekort en daarom moeten de gemaakte fouten gecorrigeerd worden. Men vertrouwt vaak meer op het redeneervermogen dan gerechtvaardigd is. Wanneer daar iets aan gedaan wordt, loop je tegen de barrière van overdreven zelfvertrouwen aan. Een manier om dit te lijf te gaan, is door proefpersonen een mening te laten overwegen die anders is dan die van henzelf. Dit leidt tot minder beoordelingsfouten. Een andere manier is om mensen te leren om correct te redeneren volgens statistische en methodologische principes. Onderzoek heeft uitgewezen dat psychologiestudenten veel beter zijn in statistisch redeneren dan scheikunde-, rechten en geneeskundestudenten, hoewel de laatste categorie ook signifcant beter scoort dan de eerste twee.

Terug naar Watson

Hoewel Watson heel goed is in wat hij doet, is de computer niet in staat om typisch menselijke taken uit te voeren (liefde, kinderen opvoeden, onderhandelingen voeren). Mensen zijn daarentegen de ene keer feilloos in hun intellectuele prestaties en de andere keer in staat tot het maken van catastofale denkfouten. Mensen kunnen gezien worden als "gebrekkige wetenschappers": men probeert de aard van de sociale wereld op een logische manier te ontdekken, maar doet dit allesbehalve perfect. De werkelijkheid wordt in een schema gepropt waardoor het niet meer klopt, wat iets is wat een goede wetenschapper niet zou doen.



Reacties

Er zijn nog geen reacties.
 Meld je aan met LinkedIn om te reageren