Geschiedenis van de psychologie

Waarnemingspsychologie

Waarnemingspsychologie en de ontwikkeling van de geest

Waarneming is niet simpelweg een directe afspiegeling van de werkelijkheid. Dit inzicht stamt al uit de achttiende eeuw toen Immanuel Kant het onderscheid maakte tussen de ‘noumenale’ wereld buiten ons en de ‘fenomenale’ wereld zoals wij die ervaren. Terwijl de noumenale wereld onkenbaar blijft, is het wel mogelijk om de geest die verantwoordelijk is voor onze fenomenale ervaringen te bestuderen.

De Kantiaanse achtergrond

  • Immanuel Kant (1724-1804) werd beïnvloed door David Hume, die de aard van causaliteit betwiste. Kant beweerde dat de menselijke geest bepaalde structuren of ‘categorieën’ heeft, waaronder causaliteit, waarmee we ervaringen interpreteren. Zo introduceerde hij de begrippen ‘noumenale’ en ‘fenomenale’ werelden. Dit lijkt enigszins op de zienswijze van Aristoteles.
  • Hoewel Kant geloofde dat de geest actief bijdraagt aan onze ervaring van de werkelijkheid, meende hij ook dat psychologie meer een filosofisch dan een wetenschappelijk domein zou moeten zijn.
  • Optische illusie is een voorbeeld waar bewuste ervaring duidelijk verschilt van 'objectieve' externe stimuli, mogelijk te wijten aan de creatieve invloed van de geest.
  • Een van de belangrijkste inzichten van Kant was dat ervaring wordt gekleurd door kenmerken van de (individuele) menselijke geest

Neurofysiologische ontwikkelingen

  • Neurofysiologen ontdekten de wet van specifieke zenuwenergieën, die stelt dat elke zintuigzenuw slechts één soort zintuiglijke informatie overbrengt. Oorspronkelijk geformuleerd door Charles Bell, werd deze verder bestudeerd door Johannes Müller in de jaren 1830.
  • Natuurwetenschappers beschreven een fysieke werkelijkheid met krachten, golven en energieën, wat leidde tot een discrepantie tussen de direct waarneembare realiteit en deze beschreven realiteit. Hermann Helmholtz en Gustav Fechner speelden een cruciale rol in het legitimeren van de psychologie als wetenschap door de relatie tussen deze twee realiteiten te onderzoeken.

Gestaltpsychologie

De grondleggers van de Gestaltpsychologie, zoals Wertheimer, Koffka en Köhler, zetten deze inzichten verder door te onderzoeken hoe de geest onze waarneming organiseert. Zij bouwden voort op eerdere ideeën, maar legden meer nadruk op de organisatorische eigenschappen van de menselijke geest.

Helmholtz en de fysiologische grondslagen van de psychologie

Hermann Helmholtz (1821-1894) was een invloedrijke wetenschapper die zich aanvankelijk richtte op de fysica maar uiteindelijk geneeskunde studeerde. Gedurende zijn academische reis werkte hij samen met Johannes Müller en Emil du Bois-Reymond, twee andere prominente wetenschappers van die tijd.

  • Johannes Müller (1801-1858): Bekend om de wet van specifieke zenuwenergiën en zijn overtuiging in vitalisme - de opvatting dat levende organismen een speciale 'levenskracht' hebben die niet door wetenschappelijke methoden kan worden geanalyseerd.
  • Emil du Bois-Reymond (1818-1896): Werkte samen met Helmholtz aan de studie van de fysische aard van zenuwimpulsen.

Helmholtz en zijn collega's waren echter tegenstanders van het vitalisme en bevorderden de doctrine van het fysiologisch mechanisme, wat suggereert dat alle fysiologische processen te begrijpen zijn door fysische en chemische principes.

De triomf van het fysiologisch mechanisme

Helmholtz voerde baanbrekend onderzoek uit naar de wet van behoud van energie, de snelheid van zenuwsignalen en introduceerde het concept van reactietijd. Zijn bevindingen leidden tot een dieper begrip van de relatie tussen fysiologie en psychologie.

Helmholtz over het menselijke gezichtsvermogen

Hij maakte onderscheid tussen drie aspecten van visuele waarneming: fysisch, fysiologisch en psychologisch.

  • Fysisch: Ziet het oog als een optisch instrument.
  • Fysiologisch: Richt zich op de overdracht van beelden van het retina naar het brein.
  • Psychologisch: Onderzoekt hoe lichtsensaties worden geïnterpreteerd als zinvolle waarnemingen.

Twee belangrijke begrippen die Helmholtz introduceerde zijn:

  • Sensaties: Directe bewuste ervaringen die geen kennis of ervaring vereisen.
  • Percepties: Interpretaties van sensaties gebaseerd op leren en ervaring.

Fysieke eigenschappen van het oog

Helmholtz onderzocht het menselijk oog en identificeerde verschillende tekortkomingen, zoals de blinde vlek. Hij geloofde dat onze waarnemingen niet perfecte reproducties zijn van de fysieke werkelijkheid, wat overeenkomt met de Kantiaanse filosofie.

De neurofysiologie van kleurwaarneming

Bouwend op het werk van Isaac Newton, onderzocht Helmholtz kleurperceptie en introduceerde de driekleurentheorie van Young-Helmholtz, wat stelt dat de retina drie soorten lichtgevoelige cellen bevat die reageren op de primaire kleuren.

Visuele waarneming

In tegenstelling tot Kant, geloofde Helmholtz dat waarnemingsprocessen grotendeels werden verkregen door ervaring. Hij gebruikte perceptuele adaptatie als bewijs voor zijn beweringen en introduceerde het concept van onbewuste gevolgtrekking - een automatisch en onbewust inferentieproces dat helpt bij visuele waarneming.

Fechner en de psychofysica

Gustav Theodor Fechner (1801-1887) onderzocht, net als Helmholtz, de relatie tussen de externe werkelijkheid en iemands bewuste ervaring daarvan. Hij kwam bij de psychologie uit door zijn interesse in fysica en fysiologie.

Fechners jonge jaren

  • Geboren in een familie van Lutherse predikanten.
  • Studeerde geneeskunde, werd later expert in elektriciteit en uiteindelijk hoogleraar fysica.
  • Geïnteresseerd in natuurfilosofie, zag dit als een tegenhanger van het opkomende materialisme.
  • Schreef over twee opvattingen: de materialistische 'nachtvisie' en de bezieldere 'dagvisie' gebaseerd op Leibniz’ monadologie.

De uitvinding van de psychofysica

Fechner kwam op het idee om de relatie tussen de subjectieve intensiteit van stimuli en hun feitelijke, objectieve sterkte te onderzoeken. Dit leidde tot de ontwikkeling van de psychofysica, de studie van deze relaties.

  • Deed een beroep op het werk van Ernst Heinrich Weber die het net waarneembare verschil (jnd) had bestudeerd.
  • Fechner introduceerde het concept van de absolute drempel.
  • Formuleerde de wet van Fechner: S = k log P.
  • Zijn theorieën werden later aangevuld en uitgedaagd door S. Smith Stevens en zijn machtwet.

Gestaltpsychologie

De Gestaltpsychologie onderzoekt hoe de geest ervaringen en waarnemingen indeelt in georganiseerde gehelen die meer zijn dan de som van hun delen.

  • Initieel idee van Christian von Ehrenfels over perceptuele Gestaltqualitäten.
  • Uitgebreid onderzocht door Max Wertheimer, Kurt Koffka en Wolfgang Köhler, de grondleggers van de Gestaltpsychologie.
  • Onderzoek naar schijnbare beweging en het phi-fenomeen door Wertheimer onthulde de diepten van perceptuele processen.
  • Kurt Goldstein (1878 - 1965) stelde dat het brein gezien moest worden als geheel, maar tegelijk ook als onderdeel van het volledige organisme, waarvan het brein het welzijn probeert te bevorderen. Dit noemde hij de holistisch-organistische theorie.


Reacties

Er zijn nog geen reacties.
 Meld je aan met LinkedIn om te reageren